De mijnen werven vrijwel doorlopend nieuwe mijnwerkers. Dit gebeurt lokaal, maar ook in andere gebieden en landen. Dit brengt een ongekende culturele diversiteit naar Nederland. Dit danskostuum afkomstig uit Krakau is hier een voorbeeld van. Het wordt gebruikt door de Poolse zang- en dansgroep Syrena in Brunssum.
Limburgse mijndorpjes veranderen in multiculturele boomtowns. Dit gebeurt al vóór de naoorlogse introductie van gastarbeiders in de rest van Nederland. Arbeidsmigranten uit onder andere Friesland en Drenthe trekken naar de Limburgse mijnen. Buitenlandse arbeidskrachten komen uit landen als Duitsland, Polen, België, Frankrijk, Oostenrijk, Italië en Slovenië. Katholieke migranten sluiten goed aan bij de rijke Roomse cultuur in Limburg.
Het Nederlands Mijnmuseum heeft dit danskostuum in bruikleen van Yvonne Rodenburg-Cierniak. Het is onderdeel van de vaste museumpresentatie. Sinds de toetreding van het Nederlands Mijnmuseum tot het netwerk van de Canon van Nederland is dit object een sleutelstuk binnen het canonvenster ‘Kolen en gas’ en ‘De gastarbeiders’.
Horst was vanouds een textieldorp. Een weversgilde had rond 1525 al een altaar voor hun patroonheilige Sint-Severus. Lange tijd werkten de thuiswevers op ruim 150 weefgetouwen, meestal voor linnen. De thuisnijverheid kon vanaf 1850 niet concurreren tegen de opkomende industrie. Duitse ondernemers zagen wel mogelijkheden om thuiswevers in te zetten voor nieuwe producten. Zo ontstond er een weeffabriek voor wol en katoen (Thomeer, ca 1855), voor zijde (Sartingen en Lucas, 1857) en een stoomweeffabriek (Rutten, ca 1880). Vooral de productie van zijde was opmerkelijk. Men exposeerde hiermee op de wereldtentoonstelling in London (1862). Er waren in London nog twee Limburgse bedrijven aanwezig: Van der Grinten (Venlo) en Regout (Maastricht).
In de twintigste eeuw sloten diverse bedrijven omdat textielnijverheid een wereldwijde branche werd. Alleen confectie-industrie Van Og kon nog mee. Een Horster specialiteit was kant uit de Zuid Nederlandse Kantfabriek aan de Americaanseweg. In 1938 vestigde deze fabriek zich in een naastgelegen fabriekscomplex uit 1935. De Kantfabriek stopte in 2006. In dit rijksmonument kwam nu Museum De Kantfabriek, mét werkende klosmachines. De regionale textielgeschiedenis en wisselexposities staan hier centraal. Tot 27 april exposeert de internationale Quilt Art Group hun jubileumexpositie.